Logo HUISenAANBOD.nl
international properties realty logo second homes logo emigration
logo logo logo UW HUIS VERKOPEN ?

De moeilijkste taal - Column over Tsjechië


‘Goedemorgen’, de jongen van het Tsjechische transportbedrijf spreekt vloeiend Nederlands. We zien hem elke week als we onze bloemen uit Nederland op komen halen.

‘Dobry den’, zeg ik, om vervolgens meteen weer in het Nederlands over te schakelen. De jongen vertelt dat hij twee jaar op de Nederlandse bloemenbeurs heeft gewerkt en dat hij daar de taal heeft leren spreken.

Ik ben onder de indruk. Na een jaar Tsjechië komen er nog weinig volzinnen uit mijn mond. Wel lukt het me om met handen en voeten met mijn schoonouders te communiceren. Echt veel tijd investeer ik niet in het leren van de taal. Te druk, te druk, roep ik steeds. Ondertussen hoop ik dat de Tsjechische woordenschat en grammatica zich min of meer automatisch in het taalcentrum van mijn hersenen nestelen. Taalverwerving zoals baby’s dat doen. Het lijkt me de meest natuurlijke manier. Maar ik weet dat ik er toch aan zal moeten geloven: woordjes stampen, grammatica leren en vooral veel oefenen. Ik neem me stellig voor om het leren van de Tsjechische taal bovenaan mijn prioriteitenlijstje te zetten.

Voor ik het weet, is de dag weer om. Ook ’s avonds lukt het niet om mijn goede voornemen in praktijk te brengen. Ik zit met een kopje koffie op de bank. De drank is gemaakt van een Nederlandse koffiepad, want die zijn hier niet in de winkel verkrijgbaar. Op tafel ligt een schoteltje met Nederlandse stroopwafels. Ik kijk via de satelliet naar een Nederlands televisieprogramma, lees ondertussen een Nederlands tijdschrift en spreek Nederlands met Petra. Opeens zie ik mezelf zitten: een buitenlander die zich niet aanpast aan de cultuur en gebruiken van het land waar hij woont en die zich na een jaar niet eens fatsoenlijk verstaanbaar kan maken.

 Tsjechië

Wat ook niet echt helpt, is het feit dat Tsjechisch een van de moeilijkste talen ter wereld is. Zelfstandige naamwoorden, bijvoeglijke naamwoorden, voornaamwoorden en telwoorden worden verbogen in maar liefst zeven naamvallen. Daarnaast worden werkwoorden ook nog eens op allerlei manieren vervoegd. Schrijven is al helemaal een ramp omdat er op bijna elke letter wel een of ander accent staat. Om Tsjechisch te kunnen schrijven, heb je eigenlijk een speciaal toetsenbord nodig. Dat hoef ik voorlopig nog niet aan te schaffen.

‘Je hebt nog een jaar’, zegt Petra. ‘Daarna ga ik alleen nog maar Tsjechisch tegen je praten. Zul je zien hoe snel je het leert’.

Ik heb het aan mezelf te danken. Toen ik Petra twee jaar kende, ben ik ook van de ene op de andere dag van het Engels overgeschakeld naar het Nederlands. En ik moet zeggen dat het toen verbazingwekkend snel ging. Een effectieve methode die ik straks ook zelf zal moeten ondergaan.

Om ervoor te zorgen dat ik straks geen communicatieproblemen met mijn vrouw krijg, besluit ik om wat vaker alleen naar buiten te gaan. Ik begin relatief veilig met een bezoekje aan de bakker om de hoek. Stamelend vraag ik om een half bruin brood. Dat lukt nog net. Alleen vraagt het meisje mij iets. Daar had ik eigenlijk geen rekening mee gehouden. Ik kijk haar hulpeloos aan en zeg in het Engels dat ik haar niet begrijp. Ze haalt haar schouders op, pakt een halfje bruin en neemt de kronen in ontvangst. Ik probeer haar vraag zo goed mogelijk te onthouden.

‘Ik geloof dat ze vroeg of je een vers brood wilde’, zegt Petra. Zelf vindt ze het ook een beetje een vreemde vraag. Maar het brood dat ik heb meegekregen blijkt opvallend knapperig.

Niet lang daarna is het tijd voor een wat ingewikkelder expeditie: de bank. Ik moet wat contant geld op onze Tsjechische rekening storten. Het meisje achter de balie heeft gelukkig snel door dat ik de taal onvoldoende beheers en zegt in gebrekkig Engels dat ik een formulier moet invullen. Ik vul alle vragen in en het baliemeisje tikt vervolgens gegevens in de computer. Ondertussen pak ik de bankbiljetten en leg die alvast op de balie. Het meisje ziet het geld en stopt meteen met tikken.

‘Promin te’, zegt ze verontschuldigend. Ze had het verkeerd begrepen. Als ik contant geld wil storten, hoef ik niets in te vullen.

‘To nevadí’, zeg ik snel. Het geeft niets. Maar inwendig vervloek ik mezelf omdat ik niet fatsoenlijk met mijn stadsgenoten kan communiceren. Daarbij gebruik ik in gedachten Tsjechische vloekwoorden. Het is een begin…